Liturgie en leven

Het spreken over de drieslag samen lezen, samen delen, samen eten heeft als doel om liturgie en leven met elkaar te verbinden. Zonder meer spreken over Woord, Doop en Avondmaal zou kunnen betekenen dat de directe associaties primair en misschien zelfs uitsluitend liturgisch zouden zijn: Woord, Doop en Avondmaal hebben immers hun plaats in de zondagse samenkomst van de gemeente.

De (werk)woorden lezen, delen en eten zijn echter veel dynamischer en alledaagser en helpen om deze drie praktijken ook heel snel terug te vinden in het dagelijkse leven. Wat zijn er veelmomenten waarop we (samen) lezen, (samen) delen en/of (samen) eten. Het is de bedoeling van deze alledaagse drieslag dat er op een steeds meer bewuste manier een verband wordt gelegd tussen de alledaagse praktijken van lezen, delen en eten aan de ene kant en de zondagse praktijken van samen lezen (Gods Woord open doen en luisteren naar een preek), samen delen (de doop vieren als de inwijding in de geloofsgemeenschap waar we samen delen in het heil van Christus) en samen eten (de maaltijd van de Heer vieren om gevoed te worden met het eeuwige leven).

Dit zal na verloop van tijd leiden tot een andere kijk op en beleving van deze zondagse praktijken, die veel dichter bij het dagelijkse leven blijken te staan dan gedacht. En andersom: het alledaagse lezen, delen en eten en de ervaringen die we daarin opdoen zullen ongedachte verbindingen aangaan met de liturgische praktijken van Woord, Doop en Maaltijd.

Deze verbindingen zullen we vooral bewust worden wanneer we kijken vanuit het perspectief van de deugden die aan de orde zijn in de betreffende praktijken:

  1. Samen lezen: bijvoorbeeld nieuwsgierigheid, openheid, aandachtigheid
  2. Samen delen: bijvoorbeeld bewogenheid, kwetsbaarheid, gemeenschapszin
  3. Samen eten: bijvoorbeeld gastvrijheid, afhankelijkheid, rechtvaardigheid

Zo kan de liturgie ook steeds meer echt een oefenplaats voor het alledaagse leven worden terwijl het alledaagse leven ook meer een liturgische toonhoogte kan krijgen.

.