Skip to main content

Preek 150 jaar Plantagekerk

DRIE MINIPREKEN ZONDAG 7 JULI 2024

(1) DE STEEN

Lieve mensen, ik moest deze week ook terugdenken aan de coronaperiode: we verlieten toen het kerkgebouw. En er was ook even (in elk geval bij mij) de gedachte dat kerk zijn toch ook wel zonder gebouw zou moeten kunnen. Je moet toch ook in huiskamers bij elkaar kunnen komen en kerk zijn? Is een gebouw niet vooral een kostenpost, weinig flexibel, staat het niet het grootste deel van de week leeg. Het zijn maar bakstenen.

Ik denk daar nu echt anders over: het is echt heel kostbaar om zo’n mooi gebouw te hebben! Met een eigen sfeer en spiritualiteit, een plek waar we iets heiligs kunnen ervaren. Een ruimte voor verstilling en verbinding en aanbidding. Een gebouw met misschien wel een eigen persoonlijkheid. Waar je op zondagmorgen dan ook tegen zegt: ‘Goedemorgen, Plantagekerk! Fijn dat je er bent!’

Het is ook goed om ons te realiseren dat het bijzonder is dat dit gebouw er nog altijd is. Zoveel kerken zijn al afgebroken of herbestemd. Je moet er toch niet aan denken dat ook de Plantagekerk al een appartementencomplex zou zijn?

Overigens: het gebouw was er bijna niet meer geweest! Eind tachtiger jaren van de vorige eeuw waren er afbraakplannen. Een echtpaar uit de gemeente vertelde me dat ze in die tijd, toen ze nog in Zutphen woonden, in de krant lazen dat de Zwolse Plantagekerk misschien zou worden afgebroken. “Hoe kun je het bedenken? Hoe haal je het in je hoofd? Zo’n mooi historisch gebouw afbreken!?” Maar toen verhuisden ze naar Zwolle en ze kwamen in de Plantagekerk en het was er kil, en er stonden emmertjes her en der in de kerk om de lekkende kerk toch nog een beetje droog te houden. En toen zeiden: “Hadden ze het toch maar gedaan!”

Op een gemeentevergadering in die tijd is dit gebouw eens getypeerd als een ‘lekkende schuur’. Lang verhaal kort: de Plantagekerk kwam op de monumentenlijst terecht en toen mocht het niet meer worden afgebroken.

En zodoende lopen we allemaal als we de kerk binnenkomen langs deze steen: de eerste steen. Er staat een naam op: ds. W.H. Gispen. Ik wist tot een aantal weken geleden niets van hem maar heb me de afgelopen tijd in zijn leven verdiept. Dat kon ook goed, want er is een boek over hem.

Een man van singuliere gaven. Dat betekent dat hij dominee was geworden niet omdat hij een academische opleiding had gehad, dat had hij niet, hij was opgeleid tot zilversmid, maar hij had een diep verlangen om dominee te worden en hij had daar bijzondere gaven voor: ‘singuliere gaven’ van godvruchtigheid, ootmoedigheid, een goed verstand, welsprekendheid en onderscheidingsvermogen.

Zo werd hij op 23 jarige leeftijd predikant in De Lier, en na Vlissingen, Giessendam, en Kampen, kwam hij in 1873 naar Zwolle. Hij was toen 40 en zo zag hij er toen uit:

Hij lijkt erg op mijn oudere broer Reitze. Hij werd meteen voorzitter van de bouwcommissie. Want in de jaren daarvoor waren drie Zwolse kerken die vanwege conflicten en verschillen van inzicht elkaar waren kwijt geraakt weer bij elkaar gekomen. Dat was in 1869. En ze wilden als uiting van de nieuwe eenheid graag samen een nieuwe kerk bouwen in Zwolle. En dat werd dus deze kerk. Bij de ingebruikname van de kerk zei hij in de eerste preek die in dit gebouw klonk:

“Dit nieuwe kerkgebouw is een liefelijke vrucht van de vereniging der broederen, een krachtig bewijs van de geestelijke eenheid der gelovigen, ook bij uitwendig, kerkelijk verschil.”

Ik vond het al lezend in het boek ontroerend om te ontdekken hoe belangrijk Willem Gispen het vond om Christus centraal te stellen in al zijn preken. In dat boek staat het ergens zo:

“Niet zichzelven, maar Christus Jezus te prediken, dat was de keus en leus zijner jonkheid; daaraan hoopte hij getrouw te blijven tot zijn laatste ure.”

Christus, de Levende Steen. Zo wordt Hij ons door Petrus voorgesteld. En nu we vandaag het bestaan van dit stenen gebouw vieren, willen we ons natuurlijk ook te binnen brengen dat dit stenen gebouw ons wil inspireren en helpen om samen een geestelijke tempel te vormen. Christus is de Levende Steen. En wij: wij worden uitgenodigd om ook levende stenen te worden die een plek krijgen in de groei van Gods koninkrijk op aarde. Want dat is die geestelijke tempel: Gods koninkrijk waar Jezus altijd over sprak.

Ik kom daar straks nog weer op terug. Maar nu zien jullie hier al even een steen in beeld. Een klein steentje en vandaag kan iedereen zo’n steentje mee naar huis nemen. Een eerste steen. Niet die steen van: ‘Wie zonder zonde is mag de eerste steen gooien’. Maar de steen van: ‘laat u gebruiken als levende stenen!’’

Maar laten we eerst samen verder preken door Gezang 320 te zingen!

(2) DE PLANTAGE

Waarom heet dit gebouw Plantagekerk? Ik wist het eigenlijk niet precies. En ik voelde ook wat schroom om het preciezer uit te zoeken. Weet je waarom? Omdat ik bang was dat het iets te maken zou hebben met het slavernijverleden, iets met koffieplantages, tabaksplantages of katoenplantages. Plantage-kerk… dat wil je dan toch eigenlijk liever niet.

Pas een paar weken geleden ontdekte ik dat deze kerk net zo goed Parkkerk had kunnen heten. Of Stadsparkkerk. Want het woord plantage is een oud Nederlands woord voor een stadspark. In de loop van de 19e eeuwen werden hier de stadsmuren afgebroken en werden vestingwallen opnieuw ingericht. Er werd hier een groot wandelgebied gemaakt: een groene strook waar de stadsbevolking kon recreëren en onthaasten en tot rust komen.

Je komt in andere steden ook Plantagekerken tegen, bijvoorbeeld in Harderwijk, waar de Plantagekerk ook nog steeds in gebruik is door een PKN-gemeente. En in de Amsterdamse Plantagebuurt, waar ook dierentuin Artis zit, waren vroeger zelfs twee Plantagekerken, die allebei inmiddels zijn afgebroken.

Ik hoop dat die naam ‘Plantage’ ons ook kan inspireren voor ons kerk zijn. Want dat staat dus voor: ontspannen, onthaasten, wandelen, tot rust komen. We leven in een zeer gehaaste maatschappij, heel veel mensen zijn moe, alles moet snel en nu. Ook de kerk kan soms eerder kijken op een activiteitencentrum dan een groene oase van rust.

Aan het einde van het interview dat in de Stentor gestaan heeft, zei de journalist, die zelf vroeger wel naar de kerk ging maar nu al lange tijd niet meer: “Ik hoop dat er een soort ommekeer komt in de maatschappij, dat we kiezen voor onthaasting.” Een prachtige wens, en zou juist de kerk daarin het voorbeeld kunnen geven?

Het viel ook mooi samen met een boek dat ik aan het lezen ben. De Engelse titel is: “The Ruthless Elimination of Hurry”. In het Nederlands vertaald met: “De radicale (liever: meedogenloze) uitbanning van haast.” Dat is een groot pleidooi voor meer rust in ons leven, speciaal in het leven van de kerk ook, omdat dit de plek is waar we uit de mond van Jezus horen: “Kom naar mij, jullie die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal Ik jullie rust geven.”

Dat zou mooi zijn: als de Plantagekerk een ongehaaste kerk was, waar we ons oefenen in Slow Church zijn. Een Parkkerk.

Diezelfde Jezus zegt dus ook: ‘Ik ben de ware wijnstok, en jullie zijn de ranken.’ We zijn in de natuur nu. Petrus bracht ons net op de bouwplaats waar bouwvakkers stenen aan het metselen zijn. Nu zijn we dus een wijngaard, of ook wel een wijnplantage. En er is geen bouwvakker maar een wijnboer. En het is er groen en stil. In zaal 4 zien we op een van de wanden zo’n wijnplantage.

Trouwens, wist je dat de nummers op de deuren van de zalen ook die natuurlijke achtergrond hebben en dat er bijbelteksten op staan?

Nummer 1: Psalm 1 vers 3 – Over de boom die aan water geplant staat en die altijd groen blijft
Nummer 2: Efeziërs 4:15 – Over een kerk die groeit als iedereen samenwerkt
Nummer 3: Johannes 15:2 – Er komen meer druiven als we verbonden blijven aan de druivenplant
Nummer 4: Johannes 20:18 – Over Maria die Jezus na zijn opstanding ontmoet en denkt dat Hij de tuinman is

Ga er beneden maar een keer wat zorgvuldiger naar kijken…

In de wijnplantage valt er niet veel te metselen, komt het niet aan op planning, en hard werken, maar op vertrouwen dat de natuur haar eigen tempo heeft. En dat is een langzaam tempo. Voor groeien is tijd nodig. Het vraagt geduld.

De kern van het beeld is denk ik dat we als we verbonden blijven met Jezus vrucht zullen dragen. Niet ons harde werken, maar de kracht van Jezus die in ons komt als we rustig met Hem verbonden blijven maakt het verschil. En wat geeft Hij dan een mooi en hoopvol perspectief: “Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Als iemand in Mij blijft en Ik in hem, zal hij veel vruchten voortbrengen.”

We gaan samen verder preken met Gezang 75:10, 11 en 12, een lied waarin Christus wordt aanbeden als de Wijnstok.

(3) DE GROEIRICHTING

Na de eerste steen en de plantage, gaat het nu nog over de groeirichting.

Afgelopen vrijdag waren Jaap en Liza de Dulk 5 jaar getrouwd. (Op de afbeelding zien jullie een klein stilleven uit hun woonkamer.) Toen zij mij destijds in de voorbereidingen voor hun trouwdienst van 5 juli 2019 vertelden dat Efeziërs 4:15 hun trouwtekst was, was ik helemaal blij. Want dat was de tekst die we in 2017 hadden gekozen als ons Gemeentemotto. “Samen volledig toegroeien naar Christus die alles is in allen.” Ik was een klein beetje teleurgesteld toen ze vertelden dat ze dat eigenlijk helemaal niet wisten en dat ze het gewoon een mooie tekst vonden.

In de preek in hun trouwdienst gebruikte ik het beeld van de zonnebloem, de bloem die altijd naar de zon toe groeit. En Liza vertrouwde me toe dat dat beeld hen bij is gebleven en dat er vrijwel altijd een zonnebloem in of buiten hun huis te vinden is.

“Samen volledig toegroeien naar Christus.” In 2017, nu ruim 7 jaar geleden, hadden we in de kerkenraad best roerige jaren achter de rug. We vonden het moeilijk om elkaar vast te houden, want er leefden grote verschillen van inzicht over hoe we kerk wilden zijn in deze tijd. We merkten dat we uit elkaar groeiden, in de kerkenraad, maar ook wel in de gemeente.

Het is natuurlijk prachtig, in een huwelijk, als je inderdaad steeds meer naar elkaar toegroeit. Dat was en is de hartelijke wens van Jaap en Liza en van iedereen denk ik die getrouwd of in een andere liefdevolle relatie met een ander verbonden is. We willen naar elkaar toegroeien. Dat is in de kerk ook zo: je wilt elkaar vasthouden, elkaar begrijpen, elkaar waarderen.

Maar zo onveranderlijk als dit stenen gebouw hier al 150 jaar staat, zo veranderlijk is de kerk als gemeenschap. Wat is er in 150 jaar veel veranderd! Maar ook: wat is er de afgelopen tien jaar veel veranderd. Daar worstelden we in de kerkenraad destijds mee, en dat kwam in 2017 wat tot rust toen we zeiden: “Laten we zoeken naar wat ons verbindt. Het spelletje ‘zoek de tien verschillen’ kunnen we nu goed spelen, maar nu een andere vraag: Wat verbindt ons?” En in een kwetsbaar maar mooi proces ging toen Efeziërs 4 open. En ik weet dat moment nog goed toen we als kerkenraad om die grote tafel in de soosruimte zaten en we dit vonden. Dit is wat we willen: “Samen volledig toegroeien naar Christus.”

Een van de ouderlingen (Albert Goldsteen) kwam toen met deze prachtige metafoor. Hij vertelde: als wij met onze vier kinderen naar een grote speeltuin gaan, dan spreken we aan het begin van de dag altijd een plek af waar we elkaar weer vinden als we elkaar kwijt zijn geraakt. Bij deze grote boom!”

Want dat herkennen we: dat we elkaar kwijt raken bij alles wat er verandert in de kerk. Maar er is een plek waar we elkaar dan terug kunnen vinden. Hier: “Samen volledig toegroeien naar Christus”. Dát is wat we willen. Dat is ons gedeelde verlangen waarvan we zeker weten dat het van de Heilige Geest komt.

Ik vond het ontroerend om te ontdekken dat ds. Willem Gispen in zijn Zwolse intredepreek van 11 mei 1873, ook Efeziërs 4 aanhaalde:

“De gemeente moet in de wereld reeds tonen, dat het beginsel van een nieuw Leven in haar is, dat het verheerlijkte leven van de uit de dood opgestane Zaligmaker haar beheerst, en haar zoeken doet de dingen, die boven zijn. Met dit doel voor ogen wordt het woord der waarheid in de gemeente aan allen gepredikt, om ze allen te volmaken en te brengen tot de kennis van de Zoon van God, ze op te voeren tot de maat der grootheid, der volheid van Christus.”

Ik weet het, het is ouderwetse taal van 150 jaar geleden. Maar dit is wat hij zei:

Het nieuwe leven van Christus ís al in ons.
Dat moeten we steeds weer ontdekken.
Zo groeien we in de kennis van Jezus.
Zo worden we meer en meer volwassen in Christus!

Ik wil graag een wens uitspreken. De eerste steen van de Plantagekerk werd gelegd op 2 juli 1874. De kerk werd ruim een jaar later in gebruik genomen: den dienst des HEREN gewijd op 25 juli 1875. Een jaar langen waren bouwvakkers aan het werk om dit gebouw te realiseren.

Ik heb die periode van ruim een jaar nu in mijn eigen agenda gemarkeerd als een seizoen van geestelijke opbouw. Ik heb daar op Plantagenet meer over geschreven, nu ook te lezen op de website.

Maar ik zou willen dat ook in onze gemeente-agenda deze periode een seizoen van geestelijke vernieuwing mag worden, waarin we ontdekken wat dat nu toch is: “Samen volledig toegroeien naar Christus”. Hoe ziet dat eruit? Hoe doe je dat samen, maar ook persoonlijk? Hoe kan Christus dichterbij komen zodat Hij steeds groter en belangrijker wordt? Hoe kunnen we bij Jezus zijn, op Jezus kijken, als Jezus leven?

Hier en ook in de hal van de kerk liggen kleine steentjes. Eerste steentjes. Deze woorden staan erop. “Samen volledig toegroeien naar Christus.”

Neem een steentje mee. Draag het bij je als herinnering aan dit verlangen. Vraag God hoe dit in jouw leven eruit kan zien.

Ik wil tenslotte een korte oefening doen. Ik wil jullie vragen om de woorden die ik zeg hardop na te zeggen. De woorden staan ook op de beamer.

Na de laatste keer zijn we samen een minuut stil.

En daarna zal ik bidden.

samen volledig toegroeien naar Christus

volledig toegroeien naar Christus

toegroeien naar Christus

naar Christus

Christus

Stilte…

Gebed

.