Skip to main content

Preek | Ik bid dus ik ben

Preek over Psalm 27 op zondag 16 februari 2025

1

Afgelopen donderdag had ik een beeldbel-gesprek met Suleyman (hij vond het goed dat ik zijn naam noemde, dat heb ik even speciaal gevraagd). Ik heb hem een aantal jaren geleden ontmoet, hier in Zwolle. Hij had een moeilijk leven met veel problemen rond drugs en ook geweld. Maar hij wilde graag gedoopt worden want hij wil God volgen in zijn leven. 

En dat is gebeurd: hier in de gracht voor de kerk. Inmiddels woont hij alweer een tijdje in Amsterdam, op een plek voor Spoedeisende Psychiatrie. Er zijn best nog veel problemen. Zo nu dan beeldbellen we met elkaar via WhatsApp. Hij met een jointje in zijn mond op straat in Amsterdam en ik achter mijn laptop in mijn werkkamer thuis. Suleyman vertelde over de moeilijkheden die hij had, mensen die hem tegenwerken, vijanden die hem het leven zuur maken, stemmen die hem dood wensen. En toen hij zijn verhaal had gedaan, vroeg ik vroeg: ‘Vind je het als we iets uit de Bijbel lezen, uit Psalm 27?’ Ik deelde in WhatsApp vers 1 tot 4 van Psalm 27 en hij las die woorden. 

“De HEER is mijn licht, mijn behoud,

wie zou ik vrezen?

Bij de HEER is mijn leven veilig,

voor wie zou ik bang zijn?

Kwaadwilligen kwamen op mij af

om mij levend te verslinden.”

En ik las ze even later ook nog een keer. 

‘Ik wil rust in mijn hoofd, meneer Jos’ (zo noemt hij me altijd). Toen hij nog hier in Zwolle woonde kwam hij door de week regelmatig naar de kerk en dan wilde hij dat ik met hem ging bidden. Dan gingen we hier in de lege kerkzaal staan, kijkend naar de ramen, allebei met onze armen omhoog geheven en dan baden we. Hij wilde graag rust in zijn hoofd, toen, en nu nog steeds. 

En we hebben afgelopen donderdag al beeldbellend gebeden dat God hem rust zou geven en dat hij mag ervaren dat Gód in elk geval wel liefde is, terwijl hij voor zijn gevoel zo weinig liefde ontvangt en zo vaak wordt afgewezen. 

“Ik vraag de HEER één ding: 

het enig wat ik verlang; 

wonen in het huis van de HEER, 

alle dagen van mijn leven, 

om de liefde van de HEER te aanschouwen, 

Hem te ontmoeten in zijn tempel.”

Daar proefde ik samen iets van samen met Suleyman. We voelden ons verbonden. Ik met Suleyman. Suleyman met mij. En wij samen met Jezus. Door de liefde van God.

2

Daar ging het dus vorige week over, Psalm 27 vers 4. Bij monde van Edwin heb ik toen laten weten dat ik het de laatste 100 dagen dat ik hier ben graag opnieuw wil hebben over gebed. En vandaag doe ik dat opnieuw vanuit Psalm 27. Maar ik kies er vooral voor om dat eenvoudige zinnetje aan te reiken dat als titel boven deze preek staat.

Ik bid dus ik ben.

Je voelt waarschijnlijk wel aan dat dat een variatie is op dat bekende zinnetje van René Descartes waarmee in de 17e eeuw het tijdperk van de Verlichting werd ingeluid. Cogito ergo sum. Ik dénk dus ik ben. 

Deze uitspraak markeerde een keerpunt in de westerse filosofie en wordt gezien als de geboorte van het moderne rationalisme. Dat had als gevolg dat het denken primair werd: alles kon en moest vanuit ons verstand worden benaderd. Het leidde ook tot het individualisme waarvan de grenzen inmiddels ruimschoots in beeld zijn gekomen. En ook de scheiding tussen hoofd en hart, tussen geest en lichaam is een consequentie van het cogito ergo sum van Descartes.

Laten we eens uitproberen wat een variatie op die uitspraak oplevert voor ons leven met God. ‘Ik bid dus ik ben’.  Dat gaat erover waar we onze diepste identiteit zoeken. Zoeken we dat in ons denken? Of zou het een goed idee zijn om dat te zoeken in ons bidden? 

Trouwens, er zijn als we zo rondkijken in ons eigen bestaan en in onze wereldwijde samenleving nog wel meer zinnetjes die de basis lijken te vormen voor de manier waarop we in het leven staan.

Ik voel dus ik ben. (je emoties zijn leidend)

Ik werk dus ik ben. (je baan als je identiteit in een prestatiemaatschappij)

Ik heb een mening dus ik ben. (dat past goed in een wereld vol social media en polarisatie)

Ik ben boos dus ik ben. (boosheid kan soms zo allesbepalend zijn dat het iemands hele identiteit lijkt over te nemen)

Ik shop dus ik ben. (consumeren als levensstijl)

Misschien herken je er wel een of meer van bij jezelf of bij iemand die je goed kent. Neem even tien seconden om jezelf af te vragen: welke van de zinnetjes herken ik het meest in mijn eigen leven? 

(…)

Misschien kun je straks na de dienst er zelf nog een paar andere verzinnen.🙂

3

Maar we proberen het vandaag dus eens met ‘Ik bid dus ik ben’ in plaats van ‘Ik denk dus ik ben’. Wat zou er met ons gebeuren als we bidden centraal stellen in plaats van denken of al die andere dingen? Zouden we er misschien zachter van worden? Nederiger? Meer verbonden? Minder angstig? Zouden we ons misschien veiliger gaan voelen en heiliger?

‘Ik bid dus ik ben’. Daar gaat wat mij betreft een soort van appèl vanuit. Als we nadenken over waar nu de kern van ons leven zit, over op welke plek je je diepste identiteit kunt vinden – zou het gebed dan niet die kern en die plek kunnen zijn? En ik vat bidden daarbij op als dat wat wij als mensen doen (in de woorden die we spreken, in de houding die we aannemen, de ruimte die we scheppen in onze agenda) – ik vat bidden dan op als dat wat we doen

om ons af te stemmen op God, 

om Gods aangezicht te zoeken,

om hier op aarde contact te maken met de hemel, 

om ons toe te vertrouwen aan de Schepper,

om God te laten zorgen voor onze ziel,

om ons hart open te stellen voor Gods veranderkracht,

om Gods koninkrijk binnen te laten komen in ons hart,

om ons beeld van God zijn te beleven,

om te ademen in Gods aanwezigheid,

om als kind van God thuis te komen in de armen van God.

Dat allemaal. Dat is bidden.

Ik bid dus ik ben.

4

In de afgelopen jaren is er bij mij nog zo’n zinnetje tot leven gekomen.

Ik adem dus ik ben.

Misschien ken je deze omschrijving van gebed wel: bidden is de ademhaling van onze ziel. Zoals je zuurstof nodig hebt om te leven, zo heb je gebed nodig om geestelijk in leven te blijven. Bidden is de ademhaling van onze ziel. Maar ik geloof dat dat meer dan een metafoor is die ons helpt om na te denken over gebed en het belang ervan te zien.. 

Ademen is nu juist iets lichamelijks. Het is een van de belangrijkste functies van ons lijf. 

(…) Inademen. 

(…) Uitademen. 

Voor mij is de adem de afgelopen jaren steeds meer het anker geworden van mijn gebed. Bewust ademen ervaar ik als een belangrijke en concrete manier om toenadering tot God te zoeken.

(…) Inademen. 

(…) Uitademen.

Doe het maar even bewust nu, ademen: …

Want we zijn geschapen naar het beeld van God. En helemaal in het begin heeft God zelf de levensadem in onze neus geblazen. Genesis 2:7 zegt: “Toen maakte de HEER God de mens. Hij vormde hem uit stof, uit aarde, en blies hem levensadem in de neus. Zo werd de mens een levend wezen.” De mens is niet geschapen als een denkend wezen, maar als een ademend wezen, een lijf, een lichaam.

Hij is geschapen door JAHWEH. Dat is zijn naam. Wist je dat in die naam ook adem zit. Jááh-wééh. Dat is een naam om te ademen. Ademend zijn wij in de aanwezigheid van Jaahweeh. De God die zegt: IK BEN. Misschien is bewust ademen wel de beste manier om in Gods aanwezigheid te zijn. Dat we ademend leren zeggen: Ik ben, als een echo van Gods IK BEN.

Ik adem dus ik ben.

Ik ben hier nu in U. Dat is een kort gebed van zes woorden dat ik vaak bid op mijn inademing en uitademing.

Ik ben hier nu in U.

5

Dat zinnetje ‘Ik bid dus ik ben’ wil ik jullie dus vandaag graag aanreiken. Ik hoop dat het je helpt om te ontdekken hoe essentieel bidden is voor je zijn, voor je identiteit als kind van God, als schepsel van de Schepper, als beeld van God.

Maar ik wil ook nog vanuit Psalm 27 dat weer wat verbreden. Want bidden als die grondhouding van vertrouwen en nederigheid en kwetsbaarheid en vertrouwen kan veel vormen aannemen. Dat zien we ook in Psalm 27. Ik wil dat aan de hand van vijf verzen uit de Psalm kort laten zien.

Ik schuil dus ik ben (vers 5)

“Hij laat mij schuilen onder zijn dak

op de dag van het kwaad,

Hij verbergt mij veilig in zijn tent,

Hij tilt mij hoog op een rots.”

Bidden is ook: schuilen bij God. Want er zijn dagen van het kwaad. Dagen waarop dingen gebeuren die niet hadden mogen gebeuren, dagen waarop iets kapot is gegaan, dagen van gevaar. En dan zijn er niet altijd woorden om te bidden. Dan kan er een noodkreet zijn. Een schreeuw. Of misschien helemaal niks. Alleen maar de behoefte om te schuilen bij God. Als je schuilt bij God, dan bid je.

Ik schuil dus ik bid dus ik ben.

Ik zing dus ik ben (vers 6)

“Ik wil offers brengen in zijn tent,

Hem juichend offers brengen,

ik wil zingen en spelen voor de HEER.”

De emoties wisselen zich best snel af hier. Zonet nog de dag van het kwaad met angst, boosheid misschien ook, teleurstelling. En nu wordt er gejuicht. Wat ligt dat in onze leven soms dicht bij elkaar. En dan kan het schuilen ook zomaar overgaan in zingen voor God, en spelen voor God. Zang en muziek spelen heel de Bijbel door een centrale rol. David is zelf zanger en musicus. En veel van ons herkennen ook wel dat we onze verbinding met God misschien wel het sterkst beleven als we zingen, of muziek maken of luisteren naar muziek en liederen. Ook dat is allemaal gebed.

Ik zing dus ik bid dus ik ben.

Ik roep dus ik ben (vers 7)

“Hoor mij, HEER, als ik tot U roep,

wees genadig en antwoord mij.”

Bidden is ook roepen. Soms is het een zacht gefluisterd gebed, soms een luide noodkreet. Roepen naar God is erkennen dat je Hem nodig hebt, dat je het zelf niet redt. Het is de stem van vertrouwen, maar ook van afhankelijkheid. Het is zoals een kind om hulp roept bij een ouder: puur, direct, zonder omwegen. En God hoort het, zelfs als het lijkt alsof er geen antwoord komt. In het roepen is er al een ontmoeting, is er verbinding, is er genade. Als je roept tot God, dan bid je.

Ik roep dus ik bid dus ik ben.

Ik zoek dus ik ben (vers 8)

“Mijn hart zegt U na:

‘Zoek mijn nabijheid!’

Uw nabijheid, HEER, wil ik zoeken.”

Bidden is zoeken. Zoeken naar Gods aanwezigheid, naar Zijn licht in je leven, naar de weg die Hij wijst, naar zijn nabijheid. Dit zoeken is niet allereerst iets je hoofd, van redeneren en begrijpen. Het is eerder iets van je hart of je ziel of misschien wel je intuïtie. Een innerlijke beweging naar God toe, een antwoord op een stem die je hoort, een verlangen om dicht bij Hem te zijn. En in het zoeken zelf, in het verlangen van je ziel, is Hij al aanwezig. Ons verlangen is ons gebed. Als je zoekt naar God, dan bid je.

Ik zoek dus ik bid dus ik ben.

Ik wacht dus ik ben (vers 14)

“Wacht op de HEER,

wees dapper en vastberaden,

ja, wacht op de HEER.”

Bidden is ook wachten. En wachten is moeilijk. Want wij willen vooruit, we willen antwoorden, we willen dat dingen nú gebeuren. Maar in het wachten schuilt een diep vertrouwen: God is aan het werk, ook als wij het niet zien. Wachten op de HEER is niet passief afwachten, maar actief hopen. Met moed en vastberadenheid. Als je wacht op God, dan bid je.

Ik wacht dus ik bid dus ik ben.

6

Al die eenvoudige werkwoorden geven kleur aan ons bidden:

ik adem

ik schuil

ik zing

ik roep

ik zoek

ik wacht

ik bid 

dus ik ben


Gespreksvragen

  1. Waarin herken jij jezelf het meest: “Ik denk dus ik ben” of “Ik bid dus ik ben”? Waarom?
  2. Welke van de alternatieve identiteitsuitspraken (bijv. “Ik voel dus ik ben” of “Ik werk dus ik ben”) ervaar jij als dominant in je eigen leven?
  3. Wat betekent gebed voor jou? Is het een moment van rust, ademen, een noodkreet, een manier om verbinding met God te ervaren?
  4. Bidden is “de ademhaling van de ziel.” Hoe ervaar jij de relatie tussen bidden en ademen in jouw geloofsleven?
  5. De Godsnaam ‘Jahweh’ wordt in de preek verbonden met ademhaling. Op welke manier helpt dit inzicht jou om Gods aanwezigheid te ervaren?
  6. Kun jij een moment delen waarin gebed jou geholpen heeft in een moeilijke situatie?
  7. Psalm 27 laat zien dat bidden soms zoeken, wachten, schuilen, zingen of roepen is. Welke van deze gebedsvormen past op dit moment het meest bij jouw situatie?
  8. Hoe zou jouw dagelijks leven eruitzien als je gebed echt centraal zou stellen in je identiteit? Wat zou er veranderen?
  9. Welke concrete stap zou je willen zetten om “Ik bid dus ik ben” meer tot een realiteit in je leven te maken?

Luister dit lied:

.