Skip to main content

Preek | Ik geloof in het Licht

Preek op zondag 12 januari 2025

Schriftlezingen: Johannes 1:1-9; Efeziërs 5:8-14; Openbaring 22:1-5

Naar de liturgie

[Onderaan de preek vind je gespreksvragen.]

1

Ik geloof in het Licht! Ik weet niet waarin jij gelooft. Maar ik geloof in het Licht. 

God is Licht. Dat resoneert al heel lang sterk bij mij, op zielsniveau. Mijn favoriete dichtregel, die ik hier wel eens vaker heb aangehaald, is: “Het licht begint te wandelen door het huis en raakt de dingen aan…”

En mijn favoriete lied is het lied dat we straks na de preek gaan zingen en dat zo begint: “Zo vriendelijk en veilig als het licht, zo is mijn God…”

Kijk, we komen op zondag samen in de kerk omdat we geloven, of het graag zouden willen, maar het lukt niet zo goed. Want dat kan ook: dat je niet meer gelooft, of vooral veel twijfelt, of dat je zoekende bent, dat de vertrouwde woorden zijn leeggelopen en je zoekt naar nieuwe woorden. Hoe dat ook is voor jou, ik wil graag met je delen vanmorgen dat ik geloof in het Licht!

En ik vond het fijn dat de zon de afgelopen dagen weer wat meer  geschenen heeft. Want het licht van de zon helpt ons om sombere gevoelens los te laten en te ontsnappen aan een winterdip. We hadden in de maand december ook een opvallend donkere en grijze periode. En ik kwam in de krant een verhaal tegen met als kop: “Wat kun je doen tegen een winterdip? ‘Zoek het licht op, vooral in de ochtend’.” 

2

Nou, dat licht daar hebben we het vanmorgen over. De aanleiding is dat komende zondag de internationale Week van Gebed begint. Het thema is deze keer: ‘Ja, ik geloof…’. En daarmee wordt verbonden dat 2025 een feestjaar is. Want de Geloofsbelijdenis van Nicea bestaat 1700 jaar. Die is ontstaan in 325 toen er in de christelijke kerk gediscussieerd werd over de vraag of Jezus wel echt God was. Ja, zeiden ze toen! Ja!

“Wij geloven in één Here Jezus Christus, 

de eniggeboren Zoon van God, 

geboren uit de Vader vóór alle eeuwen, 

God uit God, 

Licht uit Licht, 

waarachtig God uit waarachtig God.”

“Licht uit Licht”. Die belijdenis gaat dus al 1700 jaar mee. Wij geloven in het Licht. God is Licht en Licht is God. Christus is het Licht en het Licht is Christus. De Geest verlicht mensen en waar verlichting is daar is de heilige Geest.”

En het moet ons ook iets te zeggen hebben, vind ik, dat de allereerste zin die we uit Gods mond horen in de Bijbel deze is: “Laat er licht zijn.” En ik stel me zo voor dat die stem van de God van het begin nooit is verstomd. 

Elke morgen als het dag wordt klinkt die stem: “Laat er licht zijn.”

Als we met elkaar worstelen in een samenleving waar zoveel duisternis is, klinkt steeds de roepstem: “Laat er licht zijn.”

Als een kind vol verwondering de wereld aan het ontdekken is, klinkt die stem: “Laat er licht zijn.”

“God is licht en er is in Hem geen spoor van duisternis”. Dat zegt Johannes later in zijn eerste brief (1 Johannes 1:5). En in het Evangelie had hij het ook al geschreven (Johannes 1:8-9) dat hij er was “om te getuigen van het licht: het ware licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam.”

3

Er is een tijd geweest dat ik dat allemaal wel een beetje vaag en zweverig vond eigenlijk. God is toch de Vader van Jezus Christus, de almachtige Schepper, de Herder, de Rots, de Burcht, de Koning. En als er over God werd gesproken als de Eeuwige, het Licht, de Liefde, Stille Aanwezigheid – dan dacht ik: dat is best vaag en zweverig, een beetje esoterisch of New Age. 

En dat raakt ook wel aan een gevoelig punt. Want je hoeft geen Bijbelgelovige christen te zijn om te geloven in het licht. Licht heeft een universele aantrekkingskracht. Het overstijgt religies, filosofieën en andere levensbeschouwingen en verbindt ze op een bepaalde manier ook. Mensen verlangen naar het Licht. Mensen zoeken verlichting. 

Denk aan een zonsopgang die overal ter wereld bewondering oproept. Of aan hoe mensen in tijden van crisis allemaal een kaars aansteken als teken van hoop. Iedereen verlangt naar licht in donkere tijden. Het licht symboliseert hoop, warmte, en een nieuw begin. Moet je dan niet een beetje uit de buurt blijven van de metafoor van het Licht?

Ik zou ervoor willen pleiten om juist daarom de metafoor van het Licht een grote plaats te geven in ons geloof. Zo kunnen we verbindend aanwezig zijn in een wereld vol duisternis. Ja, lieve mensen, ik geloof in het Licht.

4

Nu heeft licht wel verschillende functies. We zingen straks: “Zo vriendelijk en veilig als het licht, zo is mijn God”. Maar ik kan ik me voorstellen dat je denkt: dat is mooi – vriendelijk en veilig – maar het licht is toch ook onthullend en confronterend? 

En dat klopt. Licht laat ook zien wat verborgen is. Er zijn dingen in ons leven waarvan je zegt: die kunnen het daglicht niet verdragen. Het licht legt pijnpunten bloot, het licht brengt tevoorschijn wat in het duister was, het licht confronteert ons met onze kwetsbaarheid, met onze zwakheden en onze fouten. Denk aan hoe helder licht in een kamer stofdeeltjes zichtbaar maakt die je eerder niet zag. 

Het licht confronteert. Of zoals Paulus het zegt in Efeziërs 4: “Neem geen deel aan de vruchteloze praktijken van de duisternis maar ontmasker die juist, want wat daar in het verborgene gebeurt, is te schandelijk voor woorden. Maar alles wat door het licht ontmaskerd wordt, wordt openbaar.” 

Dat is de ontmaskerende functie van het licht. Er zijn dingen die het daglicht niet kunnen verdragen. Maar als je daarmee tevoorschijn komt in dat ontmaskerende licht van de drie-enige God, dan blijkt dat licht vriendelijk en veilig te zijn. In de woorden van Paulus: “Eens was u duisternis – dat gaat dus nog wat verder dan dat er alleen maar wat duistere dingen in ons leven waren – maar nu bent u licht, nu u de Heer toebehoort. Ga de weg van de kinderen van het licht. Het licht brengt niets dan goedheid voort en gerechtigheid en waarheid.”

Dat is een mooie oproep: “Ga de weg van de kinderen van het licht.” Zie jij jezelf zo? Als een kind van het licht? 

Er zijn heel veel manieren om je identiteit als gelovige christen te verwoorden. Ik ben een volgeling van Jezus. Ik ben een geliefd kind van God. Ik ben een mens geschapen naar Gods beeld. Maar dit is er ook: “Ik ben een kind van het licht.” Geboren uit God, verbonden met Christus, Licht uit Licht. 

5

Licht kan ook verblindend zijn. Paulus weet er alles van. Als hij onderweg is naar Damascus om daar de gemeente te vervolgen is er onderweg plotseling een fel licht dat hem omstraalt, een licht feller dan de zon (Handelingen 9:3). Er klinkt een stem: “Ik ben Jezus.” En Paulus is drie dagen blind. 

Dus hij ontmoet Christus in het Licht. Niet de woorden van Jezus, niet de geboden van God, niet de regels van de farizeeërs, hebben kunnen bewerkstelligen waar het uiteindelijk allemaal om draait: een persoonlijke ontmoeting met Jezus zodat je je aan Hem kunt toevertrouwen. Het gebeurt in het licht dat oogverblindend is, vol van de glorie van God en van Jezus. Paulus gelooft in het Licht.

Ik denk dat die ervaring hem nooit heeft losgelaten. En elke keer als hij schrijft over het licht is daar weer die intense, overweldigende ervaring van de ontmoeting met Jezus. Licht is het daar waar Jezus ons ontmoet. Fel licht zoals bij Paulus. Het kan ook het licht van het begin van de dag zijn als het begint te wandelen door je huis en de dingen aanraakt. Of de kaarsvlam die zachtjes heen en weer wiegt, kwetsbaar en teer. 

Ik geloof in het licht.

Het licht dat geneest.

Het licht dat bevrijdt.

Het licht dat vergeeft.

Het licht dat transformeert.

Het licht dat onthult.

Het licht dat leidt.

Het licht dat kracht geeft.

Het licht dat hoop brengt.

Het licht dat zuivert.

Het licht dat warmte geeft.

Het licht dat vreugde schenkt.

Het licht dat richting wijst.

Het licht dat overwint.

6

En als we van Genesis 1 naar Openbaring 22 gaan dan ontdekken we dat het licht het begin is en het einde is, de alpha en de omega. Want hier gaat het allemaal naartoe, de nieuwe wereld, het volmaakte koninkrijk  (Openbaring 22:5): “Het zal er geen nacht meer zijn en het licht van een lamp of het licht van de zon hebben ze niet nodig, want God, de Heer, zal hun licht zijn. En zij zullen als koningen heersen tot in eeuwigheid.”

De kinderen van het licht zullen koningen van het licht blijken te zijn. Het koninkrijk dat nabij is, en waar Jezus altijd over sprak en spreekt, is het Land van het Licht. God is er het licht. Want God is licht. En Jezus ook. En wij ontvangen op weg daarnaartoe verlichting.

Misschien dat we ons daar wat meer naar kunnen uitstrekken. Dat we verlangen naar vergeving en genezing en bevrijding. Maar dat we ook verlangen naar verlichting. Dat klinkt bijna een beetje boeddhistisch, maar het is toch ook heel christelijk. Dat we verlangen naar verlichting: dat Jezus in ons leven straalt, dat God licht brengt om ons heen, dat de heilige Geest ons hart verlicht zodat we kunnen onderscheiden waar het op aankomt.

7

Dat lied dat we zo gaan zingen begint met deze twee regels:

“Zo vriendelijk en veilig als het licht, 

zo is mijn God, 

ik zoek zijn aangezicht.”

Als we het licht willen zien, als we verlichte mensen willen worden, dan is het gebed de aangewezen weg. Bidden is dat je Gods aangezicht zoekt, dat je de ogen van je hart opent voor Gods aanwezigheid. Bidden is: het licht zoeken.

Drie handreikingen ten slotte:

1. Zoek het licht op, vooral in de ochtend. Begin je dag door je ogen open te doen, het licht te zien, en te zeggen: ‘Ja, Heer, ik geloof in het licht. Verlicht mij vandaag.’

2. Laat je dagelijkse leven een gebed zijn. Bidden hoeft niet altijd met woorden. Je leven kan een en al gebed zijn als je het licht ziet waar en hoe het zich ook maar aandient, als je je gelooft wat Jezus tegen je zegt: Jij bent het licht voor de wereld. Ga de weg van de kinderen van het licht. En dat is de weg van vreugde, vrede en vriendelijkheid

3. Laat je verlichten door Gods Woord dat een lamp voor je voet en een licht op je pad (Psalm 119:105). Dat is de bedoeling van Gods Woord: niet dat je veel weet over dat Woord, maar dat het je pad verlicht. Dat je kunt zien waar de weg van Jezus loopt.

Als je Hem volgt loop je nooit meer in de duisternis, 

maar heb je licht dat leven geeft (Johannes 8:12).

We gaan zingen…

Gespreksvragen

Hier zijn 10 krachtige gespreksvragen gebaseerd op de preek:

  1. Hoe ervaar jij het Licht van God in je eigen leven? Heb je momenten gehad waarin dit Licht je richting gaf of hoop bracht?
  2. Wat betekent het voor jou dat Christus “Licht uit Licht” wordt genoemd? Hoe helpt deze metafoor om je geloof te begrijpen?
  3. Licht als zowel vriendelijk als onthullend. Heb jij momenten meegemaakt waarin het licht van God confronterend was, maar uiteindelijk bevrijdend?
  4. Hoe kun je, als gelovige, verbindend aanwezig zijn in een wereld vol duisternis? Welke rol speelt het Licht hierin?
  5. Kun jij jezelf zien als een “kind van het licht”? Wat verandert er in je leven als je vanuit deze identiteit leeft?
  6. Hoe zou het jouw dag veranderen als je bewust begon met de woorden: “Ja, Heer, ik geloof in het licht. Verlicht mij vandaag”?
  7. De preek noemt veel functies van licht, zoals genezing, bevrijding en kracht. Welke van deze aspecten spreekt jou het meest aan, en waarom?
  8. Hoe ervaar jij het gebed als een middel om het licht van God te zoeken? Welke rol speelt stilte hierin?
  9. Hoe kun je het verlangen naar verlichting in je leven concreet maken? Wat betekent verlichting voor jou in een christelijke context?
  10. Openbaring 22 schetst een toekomst zonder nacht. Hoe geeft dat beeld je hoop of moed in de uitdagingen van vandaag?

.