Skip to main content

Preek | Paranoia? Metanoia! Over Saul en David

Preek zondag 2 juni 2024 (over 1 Samuël 18:6-16 en 19:1-18)

Preek

1

Afgelopen maandagmorgen begon ik mijn preekvoorbereiding met het lezen van dit verhaal. Ik voelde me er meteen wat verlegen mee. Wat is dit voor menselijk gedoe? Hoe zou ik hierover preken? Hoe kan ik hier nu evangelie van maken?

Ik nam me voor om weer extra open te staan voor wat er op mijn pad komt om mij te helpen bij de preekvoorbereiding. Acht weken geleden kwam Jos langs op zijn rode scooter – weet je het nog? Ik liep me toen ook af te vragen hoe ik tot een preek moest komen. En toen kwam hij met een boekje dat hij mij gaf: ‘Ik zag Gods heerlijkheid’. Dat boekje hielp me toen bij de preek over het volk dat een koning wilde en Samuël die Saul moest zalven.

Deze keer ging het wat minder spectaculair. Jos was nergens te bekennen, maar Simon was er wel. We hadden maandagmorgen om half elf namelijk ons zesweekse predikanten overleg van Zwolse NGK-collega’s. Dan zitten we daar in de consistorie bij elkaar en praten we over wat ons bezighoudt. Deze keer ging het onder andere over de vraag of het ons wel lukt om in ons werk bij de kern van het evangelie te blijven, terwijl er zoveel is wat gedaan en georganiseerd moet worden.

En toen zei Simon van der Lugt iets wat echt bij me binnenkwam: “Volgens mij is dit waar het in de kern van het evangelie om gaat: God kennen en mens worden.” Dat raakte me, omdat het zo heel dichtbij komt. Het moet gaan over God, Hem kennen, en dat kan het beste door Jezus te leren kennen; en het moet over mens-zijn gaan, mens worden. Want Jezus is al mens geworden, nu wij nog.

Deze gedachte gaf me een sleutel in handen om dit bijbelverhaal te lezen. Het gaat over God en over mensen. Mensen met een naam. Ze heten: Saul, David, Jonatan en Michal. Mensen die, net als wij, de roeping hebben om mens te zijn, mens te worden en alles wat daarbij komt kijken. Dat is een weg van vallen en opstaan, tegenvallen en opvallen, groeien en falen, het goede doen en met het kwaad meegaan. Dat is er allemaal als je mens wilt worden.

Laten we ons vanmorgen spiegelen aan de mensen in dit verhaal. Ik beperk me, om het overzichtelijk te houden, tot Saul en David. Zij zijn de hoofdrolspelers in dit verhaal. Het contrast tussen die twee kan haast niet groter.

2

Eerst Saul: een man vol bitterheid en jaloezie, vol wantrouwen en haat. Zie je hoe hij die speer naar David gooit. Hij wil hem dood!

Wat was dat anders geweest in het begin. Toen we hem leerden kennen, hoorden we dat hij “een lange, goedgebouwde jongeman was, die met kop en schouders boven iedereen in Israël uitstak”. Toen hij net door Samuël gezalfd was, bracht God een verandering in hem teweeg (1 Samuël 10:9): hij werd gegrepen door de Geest! En tegelijk is hij in het begin nederig en bescheiden. En toch verandert dat al snel: hij maakt grote fouten, is ongehoorzaam aan God en raakt uit de gunst bij God en bij mensen. Dit is wat Samuël op een gegeven momemt tegen Saul zegt: “Weerspannigheid is even erg als toverij, en eigenzinnigheid is even slecht als afgodendienst. U hebt de opdracht van de HEER verworpen; daarom verwerpt Hij u als koning!” (1 Samuël 15:23)

Weerspannig en eigenzinnig. Saul gaat zijn eigen gang en trekt zich niks aan van God. Dat moeten we wel in ons achterhoofd houden bij het verhaal waar we nu bij stilstaan. Daar is het een en ander aan voorafgegaan. Het begon zo mooi. Maar dan gaat het helemaal stuk. Saul was een mooi mens. Maar dat mooie is eraf gegaan, toen hij koos voor zichzelf, toen hij niet wilde luisteren.

Herken je daar ook iets van? Hoe een mens kan veranderen, ook in de verkeerde richting? Daar kunnen veel redenen zijn. Misschien denk je wel aan verhalen van mensen die je kent en liefhebt waar je daar iets van terugziet.

Als je kijkt naar Saul, dan voel je dat er bij hem ergens iets geknapt is. Er is iets stuk gegaan, en het is niet meer goed gekomen. Dat geeft me eigenlijk vooral ook een heel triest gevoel. Want we zitten hier wat mij betreft niet bij elkaar om met een beschuldigende vinger naar Saul te wijzen. ‘Moet je zien wat een slecht mens!’ Nee! Want we herkennen bij onszelf misschien ook wel trekjes die we bij Saul in de uitvergroting zien.

Dat je je verraden voelt en afgewezen en dat je daar heel erg boos over bent. Dat je bang bent in een wereld waar jij langzamerhand naar de marge wordt geduwd terwijl anderen de plek innemen waar jij voor je gevoel recht op hebt. Dat je je blauw ergert aan iemand die goed en eerlijk is, omdat je diep in je hart weet dat jij zelf niet zo zuiver bent.

En er knapt iets bij je als je de vrouwen van Israël na de zoveelste overwinning van je dienaar David die inmiddels in jouw wereld je aartsvijand is geworden, ziet dansen en hoort zingen:

“Saul versloeg ze bij duizenden,
David bij tienduizenden.”

Paranoia. Zo kunnen we noemen wat we bij Saul zien. Hij leeft in een wereld vol wantrouwen en angst, allemaal geprojecteerd op David. Zo’n lied van die dansende en zingende vrouwen is een rechtstreekse aanval op hem, Saul, de koning. Zijn waarneming van de werkelijkheid is verward geworden. Hij voelt zich bedreigd en raakt steeds verder in een isolement. En dat leidt tot destructieve acties. Zie je hoe hij die speer naar David gooit? Hij wil hem dood! Paranoia – dat is Saul.

Nu is het goed om te zien dat dit verhaal deel uitmaakt van een veel groter verhaal, in de boeken Samuël en Koningen maar uiteindelijk van de hele Bijbel – het verhaal dat uiteindelijk gaat over God. God is Koning – daar gaat het steeds weer over in de Bijbel. Hij is bezig om zijn koninkrijk op aarde tevoorschijn te laten komen. En waar dat koninkrijk van licht komt, gaat er ook een wereld van duisternis open. Een gapend gat vol wantrouwen, angst, jaloezie en haat. – Maar, schrijft Johannes later (Johannes 1:5): “Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.”

En daarvan zien we iets bij Saul. Het gaat er niet om om Saul weg te zetten als een slecht mens. Dat we hem daarmee op afstand houden. Ik voel me vooral triest als ik naar hem kijk. Wat intens verdrietig dat het zo met hem gaat. Dat hij de uitnodiging om mens te zijn en te worden, mens naar Gods beeld, dat hij die uitnodiging aan zich voorbij laat gaan en zich begeeft in een wereld van paranoia. Doodzonde, want het kan zo anders zijn.

3

Als we naar David kijken, zien we ook iets heel anders. Over David is ook wel wat slechts te vertellen, maar dat laten we vandaag even rusten. Hier in dit verhaal zien we vooral een integere, veerkrachtige, charismatische en krachtige leider.

Het is toch geweldig hoe hij steeds weer met gevaar voor eigen leven oorlogen voert en met de zegen van God overwinningen behaalt.

Het is toch prachtig zoals hij de mensen in zijn omgeving laat genieten van zijn muzikale kwaliteiten.

Het maakt bij mij ook indruk dat hij zo respectvol met Saul om blijft gaan. Als ik één keer zo’n speer naar me had gekregen (afgezien van het feit dat ik waarschijnlijk niet zo lenig was om die te kunnen ontwijken), had ik definitief afscheid genomen van Saul. Wat een verschrikkelijk man, en nog je schoonvader ook. Maar David niet. David komt steeds weer terug. Weet je waarom? Omdat Saul, hoe dan ook, in de ogen van David nog altijd Gods gezalfde koning is. Het is uit eerbied voor God, dat David de veerkracht opbrengt om terug te gaan.

En wat krachtig om te horen dat David een man is die door de HEER wordt bijgestaan, omdat hij zelf ook dichtbij de HEER leeft. Niet voor niets dragen de mensen hem op handen. Daar is alle reden toe. David is een mooi mens. Integer, veerkrachtig, charismatisch, gelovig, spiritueel, bewogen en bevlogen. Een man die vriendschapsbanden opbouwt met de mensen om hem heen. Een man naar Gods hart.

En ik heb net rond Saul dat woord ‘paranoia’ expres gebruikt: dat je verward bent in je denken en in je waarneming en in je gevoelsleven. Want ik wil dat woord nu tegenover een ander woord zetten. Een woord dat in de boodschap van Jezus een centrale rol speelt, en wat ik in eerdere preken ook wel eens heb gebruikt: metanoia.

Jezus gebruikt dat woord in de bekende samenvatting van zijn boodschap van het evangelie: ‘Het koninkrijk van God is nabij! Kom tot inkeer!’

In plaats van ‘kom tot inkeer’ (of ‘bekeer je’ als vertaling van metanoia), kun je beter zeggen: laat er een verandering in je leven komen, een transformatie. Dat je vernieuwd wordt in je denken en in je waarneming en in je gevoelsleven, omdat je iets van het koninkrijk van God hebt gehoord en gezien en geproefd.

Als we het woord paranoia in het Nederlands gebruiken, kunnen we dat woord metanoia ook gebruiken om te ontdekken dat dat is wat er gebeurt als je het koninkrijk van God ontdekt, Gods genadige en liefdevolle aanwezigheid op aarde, in de schepping, onder de mensen en in jouw leven.

Een leven van metanoia, dat is wat we bij David zien, radicaal tegenovergesteld aan het leven van paranoia van Saul. En dat leven van metanoia, dat wordt wakker gekust door de boodschap van het koninkrijk. En daar word je meer mens van. In jouw leven gaat de echo klinken van wat we zien in het leven van God dat vol is van liefde, hulp, zorg, trouw, genade, vergeving, bevrijding, ruimte, integriteit.

4

Ik hoop dat dit verhaal over Saul en David je helpt om te verlangen naar dat mens zijn, zoals God het heeft bedoeld.

Ik geloof steeds meer dat dat waar is, wat Simon maandag verwoordde: dat het evangelie gaat over God kennen en mens worden. Zo eenvoudig is het. Zo diepgaand ook.

Leer God kennen. Dat gebeurt als je je laat aanspreken door Jezus die je de weg wijst door alles wat Hij zegt en doet. En zie ook de weg die Hij zelf ging via het kruis naar de opstanding. Leer God beter kennen door het verhaal van zijn koninkrijk steeds weer tot je te laten komen: als het zonlicht dat doorbreekt op een bewolkte dag.

Leer God kennen en word mens. Dat is Gods plan voor jouw leven. Dat je méns bent, méns wordt. Want Jezus is het al geworden, nu jij nog! Zijn boodschap van het koninkrijk dat nabij is kust jouw nieuwe leven wakker. Dat leven van metanoia waarin je anders leert denken, kijken, voelen.

Hoe anders? Liefdevoller, genadiger, met meer integriteit en echtheid, krachtiger ook – in kwetsbaarheid. Want het is kwetsbaar dat nieuwe metanoia-leven. Kwetsbaar. Maar vooral heel kostbaar.

Het is de verborgen schat in de akker van jouw leven. Ga op weg om die schat te vinden.

(We zingen nu het lied ‘Heer, wijs mij uw weg’.)


.